Examenstrategie

Hoe meer hoe beter?

Het is niet persé een goede zet om meer vragen in te vullen. Laat ons dit aan de hand van een voorbeeld onderzoeken. We onderzoeken in een aantal scenario's hoeveel vragen we van het ingevuld aantal correct moeten hebben om te slagen op het KIW-gedeelte. (We laten voorlopig buiten beschouwing dat slagen nodig is maar op zich niet volstaat. Men moet zich daarnaast nog eens gunstig rangschikken).

Scenario 1: 20 ingevulde vragen
Stel we vullen 20 (van de 40) vragen in. Dan moet ik ze uiteraard alle 20 juist hebben om te slagen op het KIW-gedeelte.

Scenario 2: 21 ingevulde vragen
Stel we vullen 21 vragen in. In dat geval moet ik nu 21 vragen correct hebben om te kunnen slagen.
Al bij een enkele fout behaal ik minder dan de helft van de punten omwille van de giscorrectie (1 fout resulteert in een score van 59/120).
Het is duidelijk dat 21 vragen correct moeten beantwoorden een moeilijkere opdracht is dan 20. Het is dan ook geen verstandige zet om te opteren om van 20 ingevulde vragen over te gaan op 21.

Scenario 3: 24 ingevulde vragen
Stel we vullen 24 vragen in. In dat geval moet ik hiervan nog steeds 21 vragen correct beantwoorden om te slagen. We kunnen ons m.a.w. 3 fouten permitteren. Het is dus veel verstandiger om direct voor 24 vragen te gaan in plaats van 21.
Maak je dus geen zorgen om 3 vragen extra in te vullen als je er maar 21 weet! Deze 3 extra vragen kunnen je immers niet doen buizen. Was je al geslaagd met de 21 ingevulde vragen, dan blijf je nog steeds geslaagd ook al zijn de 3 extra vragen fout. Anderzijds als er een foute vraag zat bij de oorspronkelijke 21 vragen, dan kan een extra juiste vraag er net voor zorgen dat je wél geslaagd bent.

maximale foutenmarge

Bovenstaande redenering wordt hieronder verder doorgetrokken. We lijsten de foutenmarge op afhankelijk van het ingevuld aantal vragen. We zien dat het de veelvouden van 4 zijn waarbij de foutenmarge optimaal is.
maximale foutenmarge
Aantallen als 21, 25 en 29 zijn veel minder interessant. Was je maar net geslaagd met 20, 24 of 28 vragen, dan moet een extra ingevulde vraag immers correct zijn. Door deze extra vraag loop je dus weer een hoger risico!

Zit het aantal vragen dat je 'zeker' weet ergens tussen de optimale waarden in? Dan kan het raadzaam zijn om doormiddel van gokken verder aan te vullen tot het volgende veelvoud van 4. Gok bij voorkeur op vragen waar je 2 alternatieven hebt kunnen elimineren. (Lees ook zeker onze blogpost over gokken)

Streefwaarden

Het absolute minimaal aantal op te lossen vragen is 28. Onder de 28 is de kans klein dat je slaagt, laat staan gunstig gerangschikt wordt. Beter is het om te streven naar 32 opgeloste vragen.
(36 of 40 mag natuurlijk ook als het examen goed gaat, maar dat is gezien de tijdsdruk en moeilijkheid van het examen misschien niet realistisch).

Conclusie

Streef met het aantal ingevulde vragen naar een veelvoud van 4 (bv: 28,32,36). Hiermee optimaliseer je het aantal toegelaten fouten. Streef minimaal naar 28 maar 32/36/40 zijn uiteraard nog een stuk beter. Naast slagen willen we immers ook gunstig gerangschikt worden en bij de 1000 besten behoren.

Voetnoot: Deze examenstrategie is voornamelijk aangewezen voor studenten waarvoor KIW hun minder ligt. Ben je heel goed in deze onderdelen en heb je een voldoende hoog aantal ingevulde vragen waarvan je echt 100% zeker bent? Dan hoef je niet persé verder aan te vullen tot het volgende veelvoud van 4. We willen immers ook gunstig gerangschikt worden. 
Gemaakt met